De vier pilaren van de pedagogie van het Atelier

De vier pilaren van onze Pedagogie zijn:

  1. motivatie
  2. lege ruimte
  3. stimuleren van nieuwsgierigheid
  4. actieve deelname

Leermotivatie:

We beschouwen motivatie als de meest krachtigste motor om iets gedaan te krijgen, om beweging te veroorzaken. Leren is beweging, nl. hersenactiviteit. Leren is het resultaat van denkactiviteiten van de leerlingen zelf: we leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat we al weten.

Hoe meer eigen hersenactiviteit plaats vindt, hoe meer het brein gestimuleerd wordt.

Dus gemotiveerd zijn om te leren is de meest efficiënte manier om leerervaringen te creëren, te oefenen en te verankeren als kennis.

Onze motivatie is altijd persoonlijk en werkt in ons innerlijk. Hoe meer we kunnen werken met dat wat in ons innerlijke beweegt, hoe meer gemotiveerd we zullen zijn om er mee aan de slag te gaan. We zijn daarin heel verschillend. Sommigen interesseren zich in wetenschappelijke zaken, anderen meer voor artistieke ervaringen, nog weer anderen voor natuur processen of juist lettertjes. We hebben een eigen aanleg en voorkeur om de dingen op onze specifieke manier te ontdekken en uit te zoeken. Mijn leervoorwaarden zijn niet zomaar de leervoorwaarden van een ander. Motivatie heeft te maken met het in contact kunnen zijn met wat een ieder op zijn of haar specifieke manier interesseert en in vervoering -in beweging- brengt.

In het Atelier bieden we de leerervaringen in specifieke thematische werkhoeken aan om tegemoet te komen aan de specifieke interesses van alle deelnemers.

Er is een wetenschap en technische werkhoek, een knutselwerkhoek, een natuurwerkhoek, een lichamelijke expressie werkhoek, een digitale werkhoek en een leeswerkhoek. In iedere werkhoek zijn verschillende materialen om op verschillende manier mee aan de slag te gaan. Er is voorbeeld materiaal, maar we stimuleren de verwezenlijking van ‘eigen’ (mini) projecten.

De ‘lege ruimte’:

De ‘lege ruimte’ of wel ‘the empty space’ is een werkbegrip van Marcel Marceau, (een Franse mimer 1923-2007). Dat gaat over het creëren van een ‘lege ruimte’ waarin iets nieuws kan ontstaan. Als je altijd een ‘volle ruimte’ aanbiedt, is het lastiger om iets nieuws te laten bestaan. Een ‘volle ruimte’ is bv. een oefening uitgedacht, bedacht, doordacht, met een specifiek resultaat en waar een oordeel aan is verbonden. Het aanbieden van een ‘lege ruimte’ is een avontuur, want je weet niet wat er gaat gebeuren…

Het aanbieden van ‘lege ruimte’ in het onderwijs gaat over wat begeleiders, ouders en docenten juist wel en juist niet moeten doen. Wat we juist niet moeten doen, is alles voor de kinderen uitdenken, beslissen, bepalen, organiseren.

Wat we juist wel moeten doen, is werkmaterialen aanbieden in een veilige ruimte, zorgen dat de werkruimte schoon en opgeruimd is. Vooral gaan observeren. We bekijken met welke materialen de kinderen aan de slag gaan, vragen ons af wat ze er mee aan het ontwikkelen zijn, vragen stellen en activiteiten ondersteunen met hulp artikelen en eventueel kennis. Dan na de activiteit de ruimte weer ‘leeg’ maken: klaar voor het volgende avontuur.

In het Atelier stimuleren  we leeractiviteiten  door materialen aan te bieden en de nieuwsgierigheid op te wekken. Daarnaast organiseren we  thema middagen  in het kader van specifieke cultuur of sociale thema’s.

Stimuleren van nieuwsgierigheid

In het Atelier willen we bij de kinderen een wetenschappelijke houding stimuleren en ruimte geven aan een natuurlijke nieuwsgierigheid om te willen weten hoe iets werkt, hoe iets in elkaar zit en welke mogelijkheden er nog meer zijn.

Gaat het in de wetenschap niet om een nieuwsgierige en kritische houding?

Is wetenschap niet vragen stellen, onderzoek doen en een antwoord formuleren?

Is de natuurlijke nieuwsgierigheid van de mens niet het willen weten hoe iets werkt?

Wat is de kracht van anderen niet proberen te overtuigen maar zelf tot inzicht laten komen?

Houding A                                                      Houding B

Waarom doe je dit…?                                      Doe dit zo want…

Wat denk je dat er gebeurt als…?              Als je dit doet, gebeurt er zus en zo.

Waarom denk je dat…?                                  Zo is het.

Wat zou het voor  verschil uitmaken als een docent, ouder of begeleider houding A of B aan neemt?

Actieve deelname:

In principe neem je actief deel aan de activiteiten, kies  je zelf in welke werkhoek of met welk materiaal je aan de slag wilt. De een voelt zich bij die vrijheid heerlijk, vult de longen met lucht en weet precies waar hij/zij  zin in heeft.  De ander zou eerst wat  rondneuzen en verschillende dingen uitproberen voordat dat duidelijk wordt. Weer een ander kan niet kiezen en zullen we op weg helpen om zich te oriënteren en te organiseren.

Deja un comentario